Vreemde hond

Om bijtincidenten te voorkomen is het belangrijk dat u op een goede manier reageert op vreemde honden die u op straat, in openbare ruimtes of bij iemand anders thuis tegen kunt komen. Daarbij moet u zich realiseren dat elke hond kan bijten, ook al ziet hij er aaibaar uit. Honden kunnen bang zijn, vervelende ervaringen hebben opgedaan in het verleden of gewoon geen zin hebben om door een vreemde persoon geaaid te worden. Ze kunnen van u schrikken of hun territorium willen verdedigen. Daarom is het nodig dat u weet wat u beter wel en niet kunt doen.

Hondentaal begrijpen

In de eerste plaats is het fijn als u het gedrag van een hond op de juiste manier kunt interpreteren. Daardoor weet u beter wat de hond van plan is en of u zich eventueel zorgen moet maken. Aan de houding en het gedrag van een hond is te zien hoe de hond zich voelt. Bij ‘hondentaal’ kunt u lezen waaraan u dit kunt zien.

Niet doen

Een aantal dingen kunt u beter niet doen, omdat het stress kan opleveren bij de hond en een bijtincident kan uitlokken: 

  • Loop niet recht op een hond af. Honden vinden dit vaak bedreigend.
  • Staar een hond niet recht aan. Dit kan de hond als uitdaging opvatten.
  • Aai nooit een vreemde hond zonder eerst aan de eigenaar te vragen of de hond dit wel prettig vindt. Ook niet als ‘alle honden u heel leuk vinden’.
  • Aai een vreemde hond niet over zijn kop of rug. Dit kan de hond eng of overheersend vinden.
  • Aai nooit een hond die vastgebonden is. De hond kan niet weg, dus als hij het aaien niet prettig vindt, voelt hij zich in een hoek gedreven en kan hij bijten. Loop er ook niet vlak langs.
  • Aai nooit een hond die in een eigen terrein zit, zoals in een tuin of in de auto. Vaak zal de hond dit territorium willen verdedigen en u bijten als u een hand naar hem uitsteekt.
  • Ga niet gillen of roepen, wegrennen of met uw armen zwaaien als er een hond naar u toe komt. Dit zal de hond laten schrikken of zo opwinden dat hij misschien tegen u opspringt, achter u aan rent of in uw handen probeert te bijten.
  • Probeer niet een vreemde hond te omhelzen, vasthouden of optillen. De hond kan dat eng of onaangenaam vinden en u bijten om weg te komen. Probeer ook niet om een weggelopen hond bij de halsband te pakken.
  • Pak niet het voer, de kluif, de bal of stok van een vreemde hond op. Sommige honden verdedigen hun eten en hun spullen fel, de hond zou kunnen bijten.

Wel doen

De volgende omgangsregels helpen om een hond gerust te stellen en om misverstanden te voorkomen. Zo verkleint u het risico op een bijtincident:

  • Loop in een boog naar een hond toe lopen of op een afstandje erlangs.
  • Kijk langs de hond of kijk weg. Wegkijken is een kalmerend signaal dat honden zelf ook gebruiken, het kan helpen om een hond rustiger te maken, vooral als hij wat te enthousiast is.
  • Voor u een hond die vriendelijk lijkt, gaat aaien: eerst aan de eigenaar vragen of dat kan, dan de hond even aan uw handrug laten snuffelen. Blijft hij rustig, dan kunt u hem voorzichtig aaien aan de zijkant van zijn nek.
  • Negeer een hond die vast zit of op eigen terrein is. Loop gewoon door, kijk hem niet aan en praat niet tegen hem.
  • Als er een hond naar u toe komt, blijf dan rustig staan. Kijk eventueel weg of omhoog en houd uw armen rustig omlaag of doe ze over elkaar. Als de hond erg druk is, helpt het soms om uw lichaam wat van de hond af te draaien en de hond te negeren.
  • Als u een weggelopen hond wilt tegenhouden, doe dit dan door een voet op zijn riem te zetten.

Kwispelen is niet altijd positief

Kwispelen is niet altijd een teken van blijdschap. Een hond kan ook kwispelen uit opwinding of uit kwaadheid. Denk dus niet dat u een hond wel kunt aaien omdat deze kwispelt!

Een opgewonden en gespannen of agressieve hond houdt zijn staart gespannen en vaak hoog, hij slaat kort en snel heen en weer. Een ontspannen hond beweegt zijn staart rustig en soepel, en een blije, enthousiaste hond zwaait hem breed heen en weer. Er zijn rasverschillen, dus kijk vooral ook naar de hele houding en uitdrukking van de hond.

Tekenen dat een hond ontspannen is en het goed vindt dat u hem benadert, zijn:

  • een brede, ontspannen kwispel
  • een ontspannen houding
  • de hond vertoont geen stresssignalen of waarschuwingssignalen
  • de hond probeert niet achteruit te stappen of weg te lopen als u hem nadert.

Tien gouden regels

Om problemen met honden te voorkomen hebben we de belangrijkste omgangsregels op een rijtje gezet in de Tien Gouden Regels. Ze zijn nuttig voor zowel volwassenen als kinderen. Deze regels kunnen helpen om misverstanden tussen mens en hond en daaruit voortkomende bijtincidenten te voorkomen. U vindt ze hier.